De assemblee van uitgeslotenenIn 1997 en 1998 organiseerde het netwerk van de Euromarsen grootschalige acties. Tijdens de acties in Keulen bleek echter, dat dit op den duur niet vol te houden was. Mobilisatie van uitgeslotenen bleek steeds moeilijker te zijn. In verschillende Europese landen waren sociaal-democratische regeringen aan de macht gekomen die bij veel uitkeringsgerechtigden hoop wekten. Enerzijds waren er bijvoorbeeld in Frankrijk zeer beperkte toezeggingen naar aanleiding van de acties. En op Europees niveau werd op de top in Luxemburg in 1998 een werkgelegenheidsbeleid vastgesteld. Anderzijds was er keihard politieoptreden en stelden met name in Duitsland de media zich vijandig op. Dit leidde ertoe, dat velen de hoop op succes door massa-acties verloren, terwijl anderen eenzijdig de weg van het overleg met bestuurders opgingen. Ook ontstonden er bij de grootschalige acties logistieke problemen, die veel spanningen tussen groepen opwekten. Deze ontwikkelingen betekenden, dat het netwerk van de Euromarsen zich moest bezinnen op de continuiteit, maar ook dat er meer inhoudelijke analyses moesten komen van het Europese project in dienst van het kapitaal in het algemeen en het »werkgelegenheids- beleid« in het bijzonder. Het doel van dit beleid is volledige werkgelegenheid op basis van werkende armen, dus met uitbreiding van flexibele, onzekere banen. (Precaire arbeid). |
|
Oost-DuitslandVertegenwoordigers van de Euromarsen, ook uit Nederland, zijn in Oost-Duitsland in de deelstaat Thuringen geweest, waar een »werklozenparlement« was opgericht. Op een conferentie in Erfurt gaven vertegenwoordigers van dit »parlement« uitleg over de opzet. In 1998 waren er in Thuringen demonstraties, waarbij soms 10.000 mensen op de been kwamen. Er was een actie-verband van 40 organisaties. Op den duur constateerde men, dat voortdurende demonstraties niet hielpen. Men kreeg steeds minder mensen op straat. Toen is het initiatief van de parlementen geboren, om op die manier de buitenparlementaire druk continuiteit te geven. Doel was, de politiek te beinvloeden en gehoord te worden. Vele werkgroepen maken deel uit van het parlement. De zittingen van de werkgroepen staan voor iedereen open. De algemene vergadering van het parlement komt eens in de 100 dagen bijeen. Op die dagen komen ongeveer 200 mensen samen. De werkgroepen bereiden de discussies voor. Een van die groepen organiseert ook de publieksgerichte acties. Uit de verschillende regio's van Thuringen worden door de lokale groepen gedelegeerden benoemd, die een mandaat krijgen. Maar er worden steeds wisselende vertegenwoordigers benoemd. Er doen vertegenwoordigers van politieke partijen mee aan het parlement, en ze leggen verantwoording af en nemen voorstellen mee naar de echte besluitvormingsorganen. Er is bij het parlement gekozen voor een vorm, die actief blijft en waarbij ook acties op straat gevoerd kunnen worden. Er bestaat ook zo'n parlement in Mecklenburg-Vorpommern, maar die vergaderen slechts eenmaal per jaar. AssembleeTijdens de conferentie in Erfurt ontstond het idee, ook op Europees niveau een soort assemblee te organiseren, die lijkt op wat in Oost-Duitsland gebeurt. Doel was een structuur te vinden, die uitgaat boven de vele organisaties en groepen die er zijn, en die de verschillen overwint. We konden niet meer simpelweg de actieconferenties dupliceren die we tot dan toe hadden. Het netwerk van de Euromarsen wil het echter geen parlement noemen, en ook geen » werklozenparlement« omdat duidelijk moet zijn dat het een oppositie is tegen het huidige kapitalisme en omdat niet alleen werklozen aan het parlement moeten deelnemen, maar vertegenwoordigers van alle »uitgesloten« groepen, dus ook bijvoorbeeld mensen die aangewezen zijn op onzekere, flexibele arbeid. De assemblee is echter niet bedoeld als een hierarchische organisatie, waarbij de afgevaardigden volgens formele regels zijn gekozen door nationale of regionale assemblees en namens hen spreken. Het gaat niet om een parlement in de traditionele betekenis van het woord. Het gaat erom alle krachten te verzamelen die strijden tegen werkloosheid en precaire arbeid. Het is de bedoeling verbanden te smeden tussen lokale groepen en nationale en internationale netwerken, die allen met hun eisen en analyses naar de assemblee komen. Al naar gelang de stand van de beweging in een bepaald land kunnen regionale bijeenkomsten en fora worden georganiseerd, of andere vormen worden gekozen, waarbij de inhoudelijke bijdrage van een land of regio wordt voorbereid. Daarbij is het wel de bedoeling, dat een zekere representativiteit wordt bereikt door te streven naar vertegenwoordigers van vele nationale en regionale organisaties die bij de belangenbehartiging een rol spelen. Eerste bijeenkomstenAan de vooravond van de grote vakbondsdemonstratie in Nice, die op 6 december 2000 werd gehouden vergaderde de assemblee voor het eerst. Op 2 en 3 december Kwamen 250 afgevaardigden uit vele Europese landen bij elkaar. Ook vanuit Nederland nam een delegatie van 30 mensen deel aan de assemblee. Daarbij waren vertegenwoordigers van landelijke organisaties van uitkeringsgerechtigden en daklozen, vakbondskaderleden en kaderleden van lokale organisaties. Ter voorbereiding van de assemblee werden in de verschillende Europese landen rapporten samengesteld over de situatie op het gebied van armoede, werkgelegenheid, arbeidsverhoudingen en de opbouw van de sociale zekerheid. Op basis hiervan werd op de assemblee in Parijs gediscussieerd over een gemeenschappelijke eis, die in alle Europese landen kan worden gesteld. De discussies hebben geleid tot de formulering van een gemeenschappelijke eis op het gebied van het sociale minimum. Elders in deze krant kunt u daar meer over lezen. Op de tweede assemblee, die op 12 en 13 december in Brussel wordt gehouden zal de precaire arbeid centraal staan en zal gediscussieerd worden over mogelijkheden, de eis op het gebied van het sociale minimum meer bekendheid te geven. |
|