Precaire arbeid verkend

Nederland gaat in Europa aan kop waar het gaat om de toename van deeltijdwerk en de groei van de zogenaamde los-vaste arbeidscontracten. In »Nederland in verandering« wordt aangetoond dat de polderlandse werkgelegenheidsprestaties gezichtsbedrog zijn en voornamelijk een verschuiving betreft in de verdeling van betaald werk in vervolg op de toegenomen participatie van vrouwen. Bovendien zijn de arbeidsvoorwaarden waaronder in deeltijd wordt gewerkt verslechterd. Steeds vaker wordt met een arbeidsovereenkomst zonder vaste aanstelling gewerkt en om aansluiting op de toenemende behoefte onder werkgevers naar een goedkope en flexibele inzet van personeel wordt steeds vaker een loopje genomen met de geldende collectieve arbeidsovereenkomst. Werkgevers spelen daarbij in op de groeiende noodzaak onder betaald werkenden om hun (te) lage inkomen bij te spijkeren, op uitkeringsgerechtigden die hun te lage uitkering moeten aanvullen, en op een groeiend »leger« van arbeidsmigranten, voor wie de werkgevers te beroerd zijn om een werkvergunning te verzorgen, die geen andere optie kennen dan zich als illegale werker te laten uitbuiten.

Onder de geflexibiliseerde arbeidsmarkt is een zo precaire sector ontstaan waarin werkgevers en werknemers zich aan de collectieve arbeidsovereenkomsten onttrekken, omdat die niet bestaan (zoals bij drugshandel) en omdat het beiden beter lijkt uit te komen (zoals veelal in de Horeca). Soms delen werknemer en werkgever in het verschil tussen het zwarte en witte CAO-loon, waardoor mensen hun inkomen of uitkering kunnen verdubbelen. Maar in de regel kunnen de werkers slechts met grote moeite hun fysieke bestaan regelen en lopen zij grote risico's op gevangenisstraffen, gezondheidsproblemen, vernederingen, eentonig-, zwaar - en vuil werk.

Homepage

Euromarsen

Het precaire bereik staat niet op zichzelf maar maakt het mogelijk dat er werkgelegenheid is in het officiële bereik. Zonder de informele arbeid in de schoonmaak en het gezwoeg in de hete, slecht geventileerde keukens geen toeristenindustrie en zonder de eentonige tot invaliditeit leidende informele arbeid in de tuinbouw geen tulpen in Tokyo.

De takken van bedrijvigheid waar de precaire sector relatief groot is bieden werk dat gelieerd is aan vaardigheden die horen bij het huishouden: atelier arbeid in de confectie, horeca, tuinbouw, bouw, seksindustrie en drugshandel. Recente ramingen gaat ervan uit dat ca. 20% van de werkgelegenheid in de tuinbouw in handen is van illegalen [1]. Ook in de bouw en horeca werken bij elkaar enkele tienduizenden illegalen. Zonder hun bijdrage loopt het gehele economische bestel vast.

Regulering en repressie (politie invallen) vanuit de overheid dwingen deze arbeid ten dele terug in woonhuizen. Dit geldt b.v. voor atelier arbeid in de confectie die na grove repressie voor een deel verdwenen is maar voor een ander deel is teruggekomen als thuiswerk. In de seksindustrie in Nederland is onlangs een oud verbod op het exploiteren van bordelen opgeheven en daarmee prostitutie verklaart tot arbeid. Dit heeft ertoe geleid dat een deel van de prostituees nu belasting betalen maar voor een ander deel ondergronds zijn gaan werken en hun werk doen in woonhuizen.

Gevaarlijk, ongezond, eentonig, vernederend, zwaar en vuil werk zijn natuurlijk geen uitvinding van uit het derde millennium. Wat wel een ontwikkeling is die zich pas de laatste decennia steeds duidelijker manifesteert is de polarisatie, de ongelijke economische in combinatie met ingeperkte legale arbeidsmobiliteit. Als gevolg daarvan wordt op grote schaal gewerkt voor een inkomen beneden het sociale minimum. Dat minimum, als fundament van de sociale zekerheid, verwordt zo steeds meer tot een privilege.

[1] Zie: Ministerie van Soziale Zaken en Werkgelegenheid, Illegale tewerkstelling verkend, maart 2001.

 

voet

 

 

Begin

Homepage

Euromarsen

E-Mail Webmaster